Toen ik vorig jaar het verzoek kreeg om een biografie te schrijven van een 90-jarige mijnheer in Haarlem verheugde ik mij op een reeks boeiende gesprekken. Negentig jaar is immers een leven vol verhalen, zeker als dat leven volop geleefd is: vol idealen, met vallen en opstaan en de nodige koerswijzigingen onderweg. We spraken elkaar wel geteld één maal in zijn appartement en ik kreeg een spervuur aan anekdotes over mij heen en ging naar huis met de eerste mappen uit zijn uitgebreide persoonlijke archief.
En toen gooide COVID-19 roet in het eten. Fysiek afspreken zat er niet meer in. Ik kreeg gelukkig ook de rest het archief: tassen vol met mappen, brieven, documenten, boekjes, aantekeningen, krantenartikelen, dagboeken, foto’s en andere herinneringen. Meer dan genoeg om mijn tanden in te zetten en zo begon ik met ordenen, analyseren, checken, opzoeken, vragen, verbinden en schrijven. Uit al die feiten en verhalen, uit alle ervaringen en belevenissen ontstond het grotere verhaal. Een verhaal dat ik steeds – via de mail – kon checken en uitbreiden. En zo werd heel duidelijk hoe dit leven in al zijn fasen was geleefd en beleefd. En welke ontwikkelingen, patronen en persoonlijke thema’s zich in het verhaal verweven hadden. Daarmee werd het ook een verhaal van zien en gezien worden, van vertrouwen en toeval, van liefhebben en dienen.
De biografie is nu klaar. Mijn opdrachtgever heeft een mooi verhaal om met zijn (klein)kinderen en andere geïnteresseerden te delen. Dat wilde hij graag, laten zien hoe het vroeger was. Het persoonlijke archief heeft hij afgesloten en opgeborgen. Het is tijd om los te laten.
Het boekomslag is gemaakt door Jolie Hillaert.